Jongens!

Jongens zijn anders dan meisjes. Zwart-wit bekeken hebben meisjes evolutionair sterker hun sociale en communicatieve kant ontwikkeld, het was immers belangrijk dat zij geaccepteerd werden in een groep om te kunnen overleven. Jongens zijn competitiever, reageren impulsiever en eerder fysiek dan met woorden, hebben meer inzicht in ruimtelijke zaken. Oók logisch; dat waren de eigenschappen die hén in staat stelden te overleven.

Op jongensgedrag wordt in het onderwijs en de opvang echter regelmatig afwijzend gereageerd. Wanneer mogen jongens nog stoeien, hun krachten meten om de rangorde te bepalen?
Doorgaans wordt er van hen gevraagd om stil te zitten, na te denken voor ze iets doen, rustig en geconcentreerd aan het werk te zijn en hun gevoelens te uiten op een manier die van nature niet bij hen past.

Deze negatieve reacties op ‘echt jongensgedrag’ zijn verwarrend voor een kind. Daar komt nog eens bij kijken dat er vooral vrouwen werkzaam zijn in de kinderopvang. Hoe kunnen wij jongens laten zien dat ze begrepen en gewaardeerd worden?

Tips:

1. Positief reageren op jongensgedrag
De wetenschap dat jongens anders in elkaar zitten is een eerste stap. Verwácht dit gedrag van jongens en geef er ruimte aan. Waardeer het!
Zo krijgt een kind zelfvertrouwen, voelt het zich welkom om zichzelf te zijn.

2. Competitie, rangorde, verantwoordelijkheid
Ga mee naar buiten, moedig de ‘mannen’ aan als zij aan het voetballen zijn. Accepteer een gezonde dosis van verbale en fysieke competitie.
Jongens willen hun krachten meten, weten waar ze staan in de rangorde. De positie die hieruit voortkomt brengt verplichtingen met zich mee. Ben je sterk, dan draag je een zekere verantwoordelijkheid voor anderen. Je kunt bemiddelen, beschermen, voor een ander opkomen. Hier kun je kinderen op wijzen.

3. Fysieke activiteiten
Jongens willen bewegen. Zorg dat ze een plek hebben waar dit kan! Bedenk samen fysieke bezigheden. Zie ook de inspiratie pagina kinderparticipatie en spelvormen.
Kijk naar wat er wél mag en kan. Willen ze stoeien? Als je het ze niet verbiedt kun je afspraken met ze maken over wat er wel en niet kan. Wederom kun je hen hier zelf verantwoordelijkheid in geven en hen daarop aanspreken.

4. Slopen? Onderzoeken!
Uitproberen en ontdekken wat er gebeurt. Dát is hoe jongens leren. Dat er daarbij wel eens iets stuk gaat, hoeft niet altijd een probleem te zijn.
Een oude wekker mag best gesloopt worden toch? Of haal eens een oude fiets uit elkaar! Mits er geen giftige stoffen in zitten zijn er tal van interessante apparaten en voorwerpen die geschikt zijn om onderzocht, uit elkaar gehaald, opnieuw in elkaar gezet te worden!

Aan de slag in de praktijk

Wil je meer weten over jongens in de BSO en werken aan een activiteitenaanbod dat bij hen past? Volg de workshop Ruimte voor jongens! en de workshop Kinderparticipatie!