Effectiever dan een time out

Uit: De Nadelen van Time-Out, door Aletha Solter, Ph.D.

Het gebruik van “time-out” leidt tot talloze problemen. Ten eerste, als we kinderen die huilen en razen in “time-out” opleggen, krijgen ze de boodschap mee dat we ze niet bij ons heen willen hebben als ze van streek zijn. Er van overtuigd dat we toch niet luisteren, zullen ze vrij snel niet meer naar ons toekomen met hun problemen.

Verder zullen deze kinderen leren hun gevoelens te onderdrukken, vooral wanneer we aandringen op “time-out” in stil zijn. Zijn we vergeten dat huilen en razen gezonde spanningsbevrijdende mechanismen zijn, die ons helpen ons van verdriet en frustratie te bevrijden? (5, 6, 7) Hebben we de onderzoeksresultaten genegeerd dat stresshormonen worden afgescheiden via tranen, waarbij mogelijk het effect van stress wordt verminderd en de chemische balans in ons lichaam zich herstelt?. (8) Als we kinderen leren tranen te onderdrukken, zullen we zelfs hun vatbaarheid vergroten voor verschillende vormen van emotioneel en lichamelijk uit balans zijn. De Zwitserse psychotherapeut Dr. Alice Miller beweert dat één van de meest verwoestende dingen die we onze kinderen kunnen aandoen is hun vrijheid te ontzeggen om hun boosheid en verdriet te uiten.(9)

Een bijkomend probleem is dat gebruik van ‘time-out’ zich niet richt op de onderliggende oorzaak van “verkeerd gedrag”. Kinderen reageren op een bepaalde wijze om goede redenen, ook al zijn ze zich daar niet altijd van bewust. Het meeste ongewenste gedrag kan worden uitgelegd door één van de drie factoren: het kind probeert een echte behoefte te vervullen, het kind heeft niet genoeg informatie of is te jong om het te begrijpen, of het kind is van streek (gefrustreerd, verdrietig, bang, in de war, jaloers of onzeker). Als we proberen hun gedrag te veranderen zonder ons te richten op deze gevoelens en behoeften, helpen we de kinderen niet veel verder. Waarom? Omdat het onderliggende probleem er nog steeds zal zijn. Aan kinderen leren aan onze wensen te voldoen, zal dieperliggende problemen niet oplossen.

Bijvoorbeeld, broertjes en zusjes die herhaaldelijk uit elkaar worden gehaald en naar hun kamer worden gestuurd als ze ruzie maken, zullen leren niet meer te vechten waar hun ouders bij zijn. Hun onopgeloste gevoelens van jaloezie en haat, daarentegen, worden indirect, via omwegen geuit, of ze kunnen hun wrok met zich meenemen tot in hun volwassen leven. Symptoombestrijding van een probleem lost het probleem niet op.

Er is ouders wijsgemaakt dat kinderen een “time-out” zullen gebruiken om hun daden te overdenken en in enige mate hun zelfbeheersing terug te krijgen. In werkelijkheid, als kinderen onaanvaardbaar, agressief of vervelend gedrag laten zien, zijn ze vaak zo vol sterk opgekropte gevoelens dat ze niet in staat zijn helder te denken over hun manier van doen. Veel zinvoller dan isoleren is een aandachtig luisteraar die het uiten van eerlijke gevoelens kan aanmoedigen. De gezonde ontlading door praten, huilen of boos zijn kan zelfs herhaling van ongewenst gedrag voorkomen.

Vasthouden van kinderen, die slaan of bijten, is veel effectiever dan ze afzonderen. Stevig maar liefdevol vasthouden creëert veiligheid en warmte, terwijl andere kinderen beschermd worden. Het nodigt ook uit tot het uiten van echte gevoelens (door huilen en boos zijn) terwijl het kind gerust wordt gesteld over de onverwoestbare ouder-kindband.(10) Het lijkt tegenstrijdig maar is waar: kinderen hebben het meest aandacht en liefde nodig, als ze het het minst lijken te verdienen. Een gewelddadig kind zeggen rustig te zitten is zelden constructief en zal alleen maar verder bijdragen aan opgekropte woede en gevoelens van vervreemding.

Het is niet nodig kinderen af te zonderen en hen onze liefde te onthouden, om ze te leren hoe ze zich moeten “gedragen”. Sterker nog, het is zeker mogelijk een kind te leren een meewerkend en fatsoenlijk lid van de samenleving te zijn, zonder straf, beloning of welke kunstmatige gevolgen dan ook te gebruiken. In plaats daarvan moeten we elke situatie als een unieke uitdaging zien, en proberen flexibel en creatief te zijn, terwijl we onze kinderen de liefde en het respect geven dat ze verdienen.

Noten:
5. Aletha J. Solter, The Aware Baby (Goleta, CA: Shining Star Press, 2001), pp. 39-41. In het Nederlands: Aletha J.Solter, Baby’s weten wat ze willen (de Toorts, 1991) pp. 61-64

6. Aletha J. Solter, Helping Young Children Flourish (Goleta, CA: Shining Star Press, 1989), pp. 5-9. In het Nederlands: Aletha J.Solter, Het ongedwongen kind (de Toorts, 2004) pp. 18-21

7. Aletha J. Solter, Tears and Tantrums (Goleta, CA: Shining Star Press, 1998), pp. 13-32. In het Nederlands: Aletha Solter, De taal van huilen (de Toorts, 2000) pp.105, 137, 138

8. William H. Frey II, and Muriel Langseth, Crying: the Mystery of Tears, (Minneapolis: Winston Press, 1985), pp. 45-58.

9. Alice Miller, For Your Own Good: Hidden Cruelty in Child-Rearing and the Roots of Violence, (New York: Farrar, Straus, Giroux), pp. 106, 259.

10. Martha G. Welch, Holding Time (New York: Simon and Schuster, Inc., 1988), pp. 42-43.